Jump to content

Weer historie: De zeer strenge winter van 1788


ErickJ

Recommended Posts

  • Member Group

Gelezen op de site van

Please login or register to see this link.

De herfst van 1788 was nogal onstuimig verlopen, maar was op nadering van de winter wel steeds droger geworden. Van 5 tot en met 12 november was het rustig en droog. 12 november was het rustig en droog. Daarna werd het onbestendig, zonder dat er veel regen viel. Op 23 november stak er ’s middags een onaangename noordoostenwind op en de volgende ochtend ontwaarde men het eerste dunne ijs laagje in vaarten en sloten. Aldus begon een vorstperiode tijdens welke het kwik een maand lang niet of nauwelijks boven het vriespunt zou komen!

De vorst is aanvankelijk meest licht en bij meest bewolkte condities sneeuwt het van tijd tot tijd. In Gent valt op 26 november zelfs vrij veel sneeuw. Geleidelijk begint het kwik te dalen en gaat het matig, en zoetjesaan streng vriezen. Op 10 december klaagt een waarnemer uit Utrecht dat er een “stinkende†mist hangt die de straten glad maakt en de bomen berijpt achterlaat. Van 9 tot en met 12 december waait er tijdelijk een westelijk windje waardoor het wat minder koud wordt en in de kustprovincies een lichte dooi invalt. Op 14 december is de vorst echter helemaal terug, en hoe!

Vier dagen lang blijft het kwik beneden –10 graden! Rotterdam meldt ’s middags op de 14e –15 graden, ’s avonds is het –18 graden. Harderberg meldt

–22 graden en de volgende dag wordt in Utrecht midden op de dag –13 graden gemeten en bij helder weer is het kwik ’s avonds tot –20 graden gezakt. Blijft de temperatuur in Rotterdam op 14 en 15 december tussen –10 en –18 graden schommelen, de twee dagen daarna is dat tussen –9 en

–14 graden. In Zwanenburg wordt op 16 december bijna –16 graden gemeten, maar dan brengt een weinig actieve sneeuw storing opnieuw zachtere zeelucht met lichte dooi het land binnen.

De dagen daarna blijft het kwakkelen met soms wat sneeuw, maar van een echt doorzettende dooi is geen sprake. Dan klaart het wederom op en op de ochtend van de 23e wordt te Zwanenburg opnieuw bijna –16 graden gemeten. Ook ’s middags vriest het nog streng, maar in de avond gaat het kwik snel oplopen en de dag voor Kerst dooit het sterk met een stevige noordwestenwind. Op eerste kerstdag wordt er te Zwanenburg +5 graden afgelezen, het traditionele “kerst dooiweer†is een feit. De winter is echter allerminst verslagen. In de nacht van eerste op tweede kerstdag regent het flink bij een noordwestenwind, maar in de ochtend van tweede kerstdag valt geheel onverwachts in heel het land de vorst weer in! Een dag later staan de thermometers beneden de –5 graden, weer een dag later onder de –10.

Hiermee werd het startschot gegeven voor een extreem koude periode, die, afhankelijk van de locatie, zou aanhouden tot 12 of 13 januari. Op de 28e valt er een flinke laag sneeuw (een halve voet, ongeveer 15 cm in Utrecht) en een dag later is het tussen –10 en –15 graden. De 29e en 30e december verlopen beren koud met in Zwanenburg en Harderwijk gemeten punt waarden van –16 graden en in Brussel –20 graden (in die tijd bestonden er nog geen minimumthermometers, maar ook toen had je al weer gekken die soms de hele nacht opbleven om zo de laagste temperatuur te kunnen “betrappenâ€!) Daarbij waaide er ook een felle wind die de gevallen sneeuw deed verstuiven.

Op de laatste dag van 1788 was het wederom wat minder koud met een windje dat tijdelijk van zee begon te waaien. Dat kon niet verhinderen dat december 1788 wellicht de koudste decembermaand is geworden sinds het begin van de waarnemingen en ook nadien is het in december nimmer zo koud geweest. Herleid tot De Bilt zou de gemiddelde temperatuur op –5.7 graden zijn uitgekomen. Ter vergelijk, de koudste decembermaand in De Bilt sinds 1901 was die van 1933 met –2.1 graden, die dus maar liefst 3.6 graden “zachter†verliep! Met 1789 op de kalender was de “winter koek†nog lang niet op. Zowel Nieuwjaarsdag als 2 januari leverde wat sneeuw op en geen extreem lage temperaturen, maar gedurende de avond van de 2e helderde het op en wederom ging Thialf met straffe hand regeren.

In Zwanenburg zou het kwik vanaf die avond van de 2e januari tot en met de middag van de 9e (dus bijna zeven etmalen op rij) niet boven de –9 graden uitkomen! Op zowel 4, 5 en 9 januari werd daar ’s ochtends –17 graden afgelezen. In Utrecht kwam het kwik tot –19 en in Harderwijk werd op een paar dagen –20 graden opgetekend.

Op 5 januari scheef de waarnemer te Utrecht:

“’t Is nu 6 weken dat deze koyde bijna aanhoudend geduurd heeft; de armoede groeit dagelijksch aan. Men zegt dat er hedennagt een schildwagt op deszelfs post doodgevroren is.†In een vijver nabij Haarlem werd dagelijks de ijsdikte gemeten, die iedere dag met ruim anderhalf tot ruim vier duim (één duim = 2,6 cm) wist aan te groeien.

Op 5 januari is het ijs daar aldus ruim een halve meter dik! De barometer, die van 27 december tot en met 8 januari een zeer hoge stand aangaf, begon daarna te dalen. Op 9 januari steekt er een zuidenwind op en begint het te sneeuwen. De volgende dag komt er een dik pak omlaag en valt hier en daar een lichte dooi in. Ook op zondag 11 januari sneeuwt het en is het niet echt koud meer, maar de volgende dag klaart het op, draait de wind naar het oosten en vriest het ’s avonds in Zwanenburg opnieuw 15 graden! Op 13 januari steekt er een bijtende zuidooster op en gaat het wederom flink sneeuwen, dit als gevolg van een volgende dooi aanval die het kwik een dag later boven het vriespunt brengt, bij dan regen en wind. Een uitzonderlijk koude periode is hiermee afgesloten, niet alleen in de Lage Landen, maar ook in de gebieden om ons heen.

Op 18 december is het kwik lokaal in Duitsland tot –30 graden gedaald, in Bremen zou op 16 december –35.6 graden zijn gemeten, maar in Basel was het een dag later met –37.5 graden nóg kouder. Parijs meet op Oudjaarsdag –22 graden, Straatsburg komt tot –26.3 graden. Uiteraard vriezen zowel de rivieren als de Zuiderzee dicht en ook de Noordzee bevriest tot ruim een halve mijl uit de kust terwijl men op volle zee tot 4 mijl uit de kust grote aantallen enorme ijsschotsen aantreft. Om ons heen is ook de Theems dichtgevroren, evenals de Sont, de Deense wateren en de Oostzee. Zelfs het Engelse Kanaal is grotendeels versperd door grote ijsvelden. Ook het meer van Genève en de lagune van Venetië liggen onder vast ijs. Vorst en sneeuw weten tot in Rome door te dringen.

In Zuid-Frankrijk, alwaar het kwik tot –12 graden is gedaald, hebben olijfbomen, vissen en vogels zwaar te lijden van het barre winterweer. In eigen land vriezen veel eiken, linden en “witte bomen†kapot, sommige barstten open. In de tweede helft van januari heerst er een sterke dooi, op de 27e is het in Haarlem +12 graden. Gelukkig zijn de rivieren bevroren bij een lage waterstand, zodat het ijs zonder al te veel problemen los komt. Toch treedt er hier en daar wateroverlast op. Ondanks de aanhoudende dooi is het ijs op de Zuiderzee en in Friesland eind januari nog 16 a 17 duim dik (tussen 40 en 45 cm). De maand als geheel wordt, geschat voor De Bilt, afgetikt op –3.2 graden. Februari 1789 verliep vervolgens niet winters met hooguit wat natte sneeuw en op zowel de 14e als de 15e stormachtig weer.

Tot vorst komt het nauwelijks meer en de maand als geheel verloopt dan ook zacht met een geschatte gemiddelde temperatuur in De Bilt van 3.2 graden. Als het daarbij zou blijven, dan zou deze winter niet als de aller koudste sinds 1706 worden beschouwd, maar Koning Winter had nog een aardig toetje in petto! Op 27 februari draait de wind naar het noorden en wordt het kouder en, wat niemand meer had verwacht, gebeurt toch nog op 3 maart, de vorst valt opnieuw in! Er volgt een extreem koude periode, want tot 19 maart zou het kwik amper boven het vriespunt uitkomen, al is de vorst in het algemeen niet al te streng. In de nachten vriest het licht tot matig. Zwanenburg meldt op 12 maart -7, Haarlem -9 graden. Op diverse dagen valt er wat sneeuw bij een voortdurende noordoosten- tot noordenwind. Het winterse plaatje is zo weer compleet en zelfs op 19 maart blijft het kwik in Zwanenburg de hele dag onder nul!

Wellicht zijn in totaal slechts vijf ijsdagen geweest, maar op de dagen dat het dooide, bleef de dooi zeer licht. Ook na de 19e bleef het koud en was het meest droog. In Zwanenbrug bedraagt de hoogste maart temperatuur slechts +4 graden en geen wonder dat de maand als geheel met -0.4 graden gemiddeld te boek staat als een van de aller koudste maart maanden die in ons land zijn voorgekomen. Alleen maart 1748 en 1845 verliepen nog kouder met gemiddelden van respectievelijk -0.7 en -2.3 graden. De kou hield in 1789 aan tot en met 2 april, maar pas half april werd het echt lente en werd er een punt gezet achter een barre winter, ondanks de lange dooiperiode van bijna vijf weken gedurende de tweede januari helft en in februari.

Link to comment
Share on other sites

Join the conversation

You can post now and register later. If you have an account, sign in now to post with your account.

Guest
Reply to this topic...

×   Pasted as rich text.   Paste as plain text instead

  Only 75 emoji are allowed.

×   Your link has been automatically embedded.   Display as a link instead

×   Your previous content has been restored.   Clear editor

×   You cannot paste images directly. Upload or insert images from URL.

×
×
  • Create New...